Met onze jarenlange expertise in e-learning kan je ook in het Threshold-niveau, B1, digitaal aan de slag! Met continu individuele feedback en met de nadruk op direct communiceren praat je al vlot mee in het dagelijkse leven. Ga ervoor!
In niveau 3, 4, 5 en 6 groei je geleidelijk naar vlot en zelfstandig taalgebruik over jezelf en over je vertrouwde omgeving. In niveau 4 gaat het vooral om informatie vragen en geven (bv. verhalen vertellen, vertellen over jouw land of cultuur) en om je mening geven. Elke les (en dus ook elk online leerpad) gaat over één thema: bv. mensen begroeten, je excuseren, vertellen over gewoontes en tradities uit jouw land, ziek zijn en gezondheidszorg, verkeer en mobiliteit, voeding, online shoppen, reclame en discussiëren. Je leert lezen, schrijven, spreken en luisteren met semi-authentiek en authentiek materiaal van websites, YouTube, kranten en magazines. Je brengt ook regelmatig zelf artikels of filmpjes mee naar de les. Je krijgt dus zeker ook de kans om te praten, te lezen en te schrijven over dingen die jou écht interesseren!
- CURSUS 50% = vaste les op school + vrije les online leerplatform via LAPTOP/PC thuis
Je combineert les in de klas met digitale oefeningen. Met behulp van instructievideos, apps en speciale software oefen je grammatica, woordenschat, luisteren, lezen en schrijven. In de klas ligt de focus op spreken.
Is een e-learning cursus iets voor jou?
Lees het hier
Aan het eind van de cursus kan je:
- iemand begroeten in het Nederlands in verschillende situaties
- je excuseren (mondeling en via sms of mail) en reageren op het excuus van iemand anders
- vertellen over tradities en gewoontes uit jouw land of cultuur en die vergelijken met België/Vlaanderen (bv. huwelijk, gezondheidszorg, verkeer, eetcultuur)
- een anekdote vertellen
- medische klachten benoemen en een advies formuleren; soorten geneesmiddelen benoemen en zeggen hoe je die moet innemen
- zeggen wat jou stoort en waaraan jij je ergert
- je mening geven over verschillende themas , een eenvoudige discussie voeren en iemand overtuigen (je leert Nederlandse structuren om dat te doen)
- voedingsetiketten interpreteren
- (zakelijke) mails interpreteren en reageren op een mail
- een online beoordeling schrijven voor iets wat je gekocht hebt
- tv-, radio- en krantenberichten en regionale fait divers begrijpen en er de belangrijkste informatie uithalen
- vertellen wat je gelezen of gezien hebt en daar dan je mening over geven, een verhaal vertellen met structuurwoorden,