NT2 / Dutch niveau 1 | 1.1 | A1

In niveau 1 leer je basiszinnen die je kan gebruiken in alledaagse situaties. Je kan korte gesprekjes voeren over concrete onderwerpen. Je begrijpt de belangrijkste info van eenvoudige berichten. Je gesprekspartner is bereid om traag te spreken en te helpen. Dit is je eerste stap in het ontdekken van de nieuwe taal.

• Je leert iemand begroeten en afscheid nemen.
• Je leert jezelf en iemand anders voorstellen.
• Je leert zeggen dat je iets niet begrijpt.
• Je leert je excuseren.
• Je leert vragen hoe laat het is.
• Je leert informatie vragen.
• Je leert een eenvoudig berichtje schrijven, bijvoorbeeld met verjaardagswensen.
• Je leert een formulier invullen met je persoonlijke gegevens.
• Je leert informeren naar de prijs.
• Je leert een afspraak maken bij de dokter.
• Je leert informatie zoeken in authentieke documenten, bv. een website van de stad.

…