Pech onderweg: beter voorkomen dan genezen!
Die eerste mooie lentedag. Alsof de winter definitief achter ons ligt, zo dapper schijnt de zon. Met het vooruitzicht van een deugddoend terrasje of misschien met een eerste ijsje in het achterhoofd wordt de fiets van stal gehaald en weg zijn we: het eerste fietstochtje van het jaar is een feit!
Alleen… ergens halverwege krijg je lekke band. Valt je ketting eraf, breekt er een spaak of trekt je derailleur krom. Weg sfeer. Toedeloe terrasje. Soms heb je gewoon pech, maar soms had je het misschien toch kunnen voorkomen. Met een goed onderhouden fiets heb je nu eenmaal minder kans op pech onderweg.
Daarom delen onze ervaren leraren van de opleiding Fietshersteller graag 5 tips om je fiets in topconditie te houden.
1. Schoonmaken is pech voorkomen
Alles begint met een goede poetsbeurt. Vuil zorgt er namelijk voor dat de bewegende onderdelen zoals derailleur en remmen sneller verslijten.
Poetsen doe je best old school: met een emmer sop en een spons. Vermijd de tuinslang of hogedrukreiniger, want draaiende onderdelen zoals de trapas, balhoofd en de wielnaven kunnen daar niet zo goed tegen.
2. Ontvetten en smeren maar!
De meeste onderdelen van je fiets zijn gemaakt van metaal. Wanneer metaal over metaal beweegt, ontstaat er frictie en dus slijtage. Goed smeren is dus van belang om een fijne en vooral vlotte fietstocht te ervaren.
De ketting smeer je best met regelmaat. Gebruik hiervoor altijd kettingolie of wax en niet zomaar een smeerproduct, want die trekken net vuil aan en dat vuil kruipt tussen alle gevoelige onderdelen.
Extra: de cassette, oftewel de tandwielen waar je ketting op ligt, smeer je best niet. Dit trekt vuil net meer aan en zorgt voor snellere slijtage.
3. Remmen gecontroleerd?
Goed werkende remmen zijn geen luxekwestie. Hou jezelf veilig op de weg en kijk je remmen regelmatig na.
Fietsen met remblokken hebben een slijtage-indicator. Net zoals op de banden van je wagen, zit er een groef in je remblokken. Is deze groef (bijna) helemaal weggesleten, dan is het tijd voor een bezoek aan de fietsenmaker. Zeker aan hoge snelheid en bij nat weer kan je met afgesleten remmen niet goed tot stilstand komen.
4. Bandenspanning op peil?
Wacht niet met je banden oppompen tot ze helemaal plat staan. Banden die niet voldoende opgepompt zijn, verslijten sneller en je loopt meer kans op een lekke band onderweg. Ben je iemand die veel fietst, dan is het aangeraden om elke vier dagen je bandenspanning na te kijken. Dit kan je makkelijk doen als je een fietspomp met ingebouwde spanningsmeter hebt. Hoeveel druk er precies in je band moet zitten, kan je aflezen op de zijkant van je band.
5. Fietssloten: ook deze moet je onderhouden
Ook je fietsslot is slachtoffer van de weerselementen. Er kruipt makkelijk vuil en stof in de cilinder en dan kan het zijn dat je slot niet meer goed sluit. Vuile sloten zijn een vriend van fietsendieven.
Kuis de cilinder van het slot goed uit en smeer het met slotenvet. Vermijd siliconespray, want dat trekt vuil aan.
Extra : maak je fiets altijd vast aan een paal of een hek. Een losstaande fiets is gauw genoeg meegenomen. Kies bovendien voor een vouw- of kettingslot. Klassieke, goedkope kabelsloten zijn speelgoed voor de gemotiveerde dief.
Alles zelf doen?
Je kan een ongepland bezoek aan de fietsenmaker makkelijk vermijden als je maar weet hoe je voor je tweewieler moet zorgen. Een prachtig onderhouden fiets is een plezier. Wil je graag nog beter voor je fiets kunnen zorgen zodat je niet altijd moet wachten op een afspraak bij je fietsenmaker?
Dan kan je overwegen om een opleiding tot fietshersteller te volgen. In eerste instantie leer je om je eigen stalen ros in topconditie te houden. Per vak dat je aflegt, groeit je expertise. En aan het einde van de vier modules ben je gecertificeerd fietshersteller.
Zo kan je jouw fiets en die van familie en wie weet zelfs ook vrienden helemaal piekfijn in orde brengen. De opleiding Fietshersteller kan je vinden in Diest en vanaf september ook in Tienen.
